Buigingen
Veel mensen die voor het eerst een zendo (Zen plaats van samenkomst) binnenkomen, zullen enigszins overrompeld worden door de buigingen die er gemaakt worden. Het is zo on-westers om voor iets of iemand te buigen en je krijgt er soms een gevoel van onderdanigheid bij of je voelt je er ongemakkelijk bij.
Binnen Zen heeft onderdanigheid echter geen plaats en hebben de buigingen een volledig andere betekenis. Niets hoeft bij Zen en het maken van buigingen is dan ook zeker geen verplichting. Toch kan het prettig zijn om het gewoon eens te proberen en te ervaren wat het buigen voor je doet. Ook kun je thuis in alle eenzaamheid eens proberen wat er bij je loskomt als je een buiging maakt. Wat maakt het in je geest los en begrijp je waar je weerstand ertegen vandaan komt.
We kennen twee verschillende buigingen: de kleine buiging of gassho en de volledige buiging. De gassho is allereerst bedoeld als groet naar elkaar, ons kussen en naar de leraar. De gassho is daarnaast echter ook bedoeld om een overgang aan te geven naar een volgende een activiteit.
We buigen bijvoorbeeld bij binnenkomst in de zendo. Op de drempel staan we even stil, maken een buiging en stappen vervolgens met onze linkervoet naar binnen. Waar we meestal haastig, of pratend ergens binnengaan, zorgen we er door onze buiging voor dat we bewust de zendo binnenstappen en de drukte van het alledaagse even achter ons laten. We gaan bewust de stilte in en het lijkt wel alsof we door de buiging de stilte in onszelf al een beetje vinden.
Daarna staan we even stil voor ons meditatiekussentje en maken ook daar een buiging. Met deze buiging groeten we de mensen die naast ons zitten (en zij groeten op dezelfde wijze terug), daarna draaien we ons om en groeten de mensen die tegenover ons zitten. In feite begint met de buigingen onze meditatieperiode al.
Met de volledige buiging geven we ons over aan het absolute zijn. We knielen, leggen ons voorhoofd op de grond en plaatsen de gestrekte handen met de palmen naar boven net boven ons hoofd. In feite zeggen we daarmee dat we het hart (onze grenzeloos krachtige geest) boven ons hoofd (ons denken) plaatsen, dat we de helderheid van inzicht belangrijker vinden dat het intellectuele stemmetje in ons hoofd, dat ons voortdurend bezighoudt en vaak in verwarring brengt.
Met andere woorden: we buigen niet voor iets of iemand, of om het anders te zeggen:
“Hij die buigt en hij voor wie gebogen wordt, zijn een en dezelfde!”